Genesis 20:2

SVAls nu Abraham van Sara, zijn huisvrouw, gezegd had: Zij is mijn zuster, zo zond Abimelech, de koning van Gerar, en nam Sara weg.
WLCוַיֹּ֧אמֶר אַבְרָהָ֛ם אֶל־שָׂרָ֥ה אִשְׁתֹּ֖ו אֲחֹ֣תִי הִ֑וא וַיִּשְׁלַ֗ח אֲבִימֶ֙לֶךְ֙ מֶ֣לֶךְ גְּרָ֔ר וַיִּקַּ֖ח אֶת־שָׂרָֽה׃
Trans.wayyō’mer ’aḇərâām ’el-śārâ ’išətwō ’ăḥōṯî hiw’ wayyišəlaḥ ’ăḇîmeleḵə meleḵə gərār wayyiqqaḥ ’eṯ-śārâ:

Algemeen

Zie ook: Abimelech (Gerar), Abraham, Gerar (plaats), Harem, Sara
Genesis 12:13, Genesis 26:7

Aantekeningen

Als nu Abraham van Sara, zijn huisvrouw, gezegd had: Zij is mijn zuster, zo zond Abimelech, de koning van Gerar, en nam Sara weg.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֧אמֶר

gezegd had

אַבְרָהָ֛ם

Als nu Abraham

אֶל־

van

שָׂרָ֥ה

Sara

אִשְׁתּ֖וֹ

zijn huisvrouw

אֲחֹ֣תִי

is mijn zuster

הִ֑וא

Zij

וַ

-

יִּשְׁלַ֗ח

zo zond

אֲבִימֶ֙לֶךְ֙

Abimélech

מֶ֣לֶךְ

de koning

גְּרָ֔ר

van Gerar

וַ

-

יִּקַּ֖ח

en nam

אֶת־

-

שָׂרָֽה

Sara


Als nu Abraham van Sara, zijn huisvrouw, gezegd had: Zij is mijn zuster, zo zond Abimelech, de koning van Gerar, en nam Sara weg.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!